De verhuurdersheffing is een belasting die woningcorporaties maar ook particuliere verhuurders moeten betalen aan de overheid. De verhuurdersheffing is ingesteld in 2013 als extra inkomstenbron voor de Staat tijdens de economische crisis. In de wet staat dat verhuurders van meer dan 10 sociale huurwoningen deze heffing verschuldigd zijn. Het gaat om forse bedragen, geschat wordt dat de staat jaarlijks zo’n 1,7 miljard euro int op basis van deze heffing. Nu woningbouwverenigingen vanwege andere maatregelen in zwaar weer dreigen te belanden wordt door steeds meer partijen aangedrongen op afschaffing of in ieder geval verlaging van deze heffing.
De woningbouw in Nederland blijft achter bij de vraag
Er dreigt binnen enkele jaren een tekort van ruim 300.000 woningen te ontstaan in Nederland omdat er niet genoeg wordt gebouwd. Dit is deels te wijten aan het gebrek aan financiële middelen van woningcorporaties om nieuwbouw te financieren. Andere oorzaken zijn het beleid ten aanzien van stikstof en PFAS, een tekort aan gekwalificeerde vakmensen en het traag verlopende proces voor het afgeven van bouwvergunningen. Als de verhuurdersheffing wordt verlaagd of zelfs helemaal verdwijnt, komt er meer geld beschikbaar bij corporaties om te bouwen.
Nog meer taken voor woningcorporaties
De woningcorporaties moeten niet alleen meer gaan bouwen. Hen wacht ook nog een enorme taak als het gaat om de verduurzaming van hun woningbestand. Vóór 2030 moeten er al flinke stappen worden gemaakt. Het gaat dan bijvoorbeeld om isolatie, het plaatsen van zonnepanelen en het vervangen van traditionele Cv-ketels en het aanleggen van warmtenetten voor woningen die ‘van het gas af’ gaan omdat het gebruik van aardgas over enkele decennia helemaal moet zijn gestopt. Dat kost natuurlijk veel geld. Het Rijk moet hierin bijspringen, aldus de corporaties, omdat de financiering anders onhaalbaar is.
Verhoging van de huren wordt deels aan banden gelegd
De huurprijs voor sociale huurwoningen mag niet onbeperkt stijgen. Een sociale huurwoning mag anno 2020 niet meer kosten dan zo’n 750 euro per maand. Daarnaast hebben veel corporaties woningen in de categorie ‘tussenhuur’. Dit zijn woningen met een huurprijs tussen 750 en 1000 euro per maand. De minister van Binnenlandse Zaken, die over de huren gaat, wil voorkomen dat de huurprijs van deze woningen te hard stijgt. Maar ook dat betekent dat de eigenaren van deze woningen minder inkomsten krijgen. Er zal dus nog het nodige moeten gebeuren wil in Nederland de woningnood worden opgelost en willen de huurprijzen voor een grote groep betaalbaar blijven.